Wat is Yoga?
Yoga valt onmogelijk in woorden uit te leggen omdat de intrinsieke wijsheid en kennis van yoga slechts binnendringt dankzij de ervaring ervan. Je kan allerlei boeken lezen over yoga maar zolang je het niet werkelijk beoefent blijft het abstract en ontastbaar.
Dit komt omdat yoga veel meer is dan complexe lichaamshoudingen en bizarre gebaren met de handen. Dit is wat je van buitenaf ziet en zelfs wanneer je yoga al geruime tijd beoefent, het blijft een mysterieuze tool voor de ratio die er niets van snapt. Het hoofd wil altijd alles in hokjes plaatsen en dat is nu net wat met yoga niet kan want yoga stelt je verstand juist op de proef.
Daarom is het ook zo’n krachtig middel, omdat het niet je hoofd aanspreekt maar wel heel je zijn: je lichaam en je geest. Het innerlijke én het uiterlijke. Yoga creëert hierdoor meteen een evenwicht omdat het deze twee leefwerelden in jou bij elkaar brengt.
We leven immers in een maatschappij waarin vooral het hoofd wordt gestimuleerd en dit van kleins af aan. Daarom wordt alles constant opgesplitst en gescheiden gehouden want zo werkt nu eenmaal het hoofd: het deelt op, vergelijkt, oordeelt en catalogeert onophoudelijk. En dat heeft natuurlijk ook zijn voordelen, het geeft namelijk structuur en houvast. Maar als je leven grotendeels wordt geleid door je hoofd, dan gaat de essentie aan je voorbij omdat te veel controle van het leven de stroom van de creatieve energie in jou belemmert en afremt.
Zo ook worden je lichaam en je geest vaak van elkaar gescheiden terwijl ze natuurlijk één geheel vormen. Yoga is een middel om beide terug op elkaar af te stemmen. Een mooi voorbeeld hiervan in yoga is dat elke lichaamshouding aan een bewuste ademhaling is geassocieerd. Op die manier blijf je met heel je zijn aanwezig in je lichaam, terwijl in het dagelijkse leven meestal het omgekeerde gebeurt: je bent met iets bezig maar je hoofd zit elders al met iets anders bezig en je ademhaling verloopt volledig onbewust en automatisch. Hierdoor ontglipt het huidige moment je dus volledig en dit is het bewijs van die splitsing in ons tussen het lichamelijke (de beweging, de actie, de materie) en al wat deel uitmaakt van het geestelijke en dus van de meer subtiele wereld in ons (gedachten, gevoelens, intuïties).
Een andere vorm van afsplitsing is de afstand die wordt gecreëerd tussen een persoon en haarzelf, haar eigen lichaam of geest. Mensen proberen bijvoorbeeld hun lichaam in een vorm te gieten die niet past bij hun eigen lichaam. Ze spiegelen zich aan een ideaal en willen dat hun lichaam daaraan beantwoordt in plaats van juist meer voeling te krijgen met hun eigen lichaam en zo de afstand met henzelf te verkleinen. Hetzelfde geldt voor het innerlijke... Mensen willen vaak meer zus of zo zijn, ze aanvaarden dit of dat stuk niet van henzelf.
Die continue separaties met zichzelf brengen onvrede en onrust teweeg. En wat daarvoor zorgt is het zogenaamde “ego” met “het hoofd” als orkestleider.
Het ego is dat deel in ons, geconditioneerd door al wat we gezien, gekend, beleefd hebben alsook door al wat we hebben geleerd. Het is een minuscuul deeltje van ons en toch denken we dat het alles is. En inderdaad, als we niet in contact zijn met iets wijder in ons, lijkt het ego de enige werkelijkheid. Zo bepaalt hij dan volledig met gedachten, gevoelens en overtuigingen die uitermate beperkt zijn de beleving van onze innerlijke en uiterlijke wereld en wat we ermee doen. Het is bijvoorbeeld het ego dat ons dan toefluistert dat we niet goed genoeg zijn of integendeel dat we de beste zijn, want het ego is die entiteit in ons die zich identificeert aan karakteristieken die kunstmatig of oppervlakkig zijn. En op die manier beperkt hij in grote mate onze perceptie van onszelf, van de ander en van de wereld om ons heen.
De mens van vandaag is sterk geïdentificeerd aan het ego waardoor hij het belangrijkste deel van zijn “menselijkheid” verloren is. En wanneer dat gebeurt, vindt hij zijn “juiste plaats” niet meer, simpelweg omdat hij niet meer afgestemd is op zijn ware aard, diep in zichzelf.
De identificatie met het ego brengt chaos in de mens en deze wanorde mondt uit in allerlei vormen van pijn en leed, in rampen, in al het onheil dat we dagelijks in de wereld aanschouwen.
Gelukkig zijn we veel meer dan het ego en een lichaam/geest die het blindelings volgt. Maar door binnen zijn grenzen te leven beletten we ons om in contact te komen met een andere werkelijkheid in ons. We gebruiken dan niet heel ons potentieel aan liefde, bewustheid, vrijheid en creativiteit dat vanbinnen wacht om tot bloei te komen.
Yoga, als eeuwenoude tool, is daar om ons terug te helpen openbloeien, om ons terug te “vermenselijken”. Yoga maakt terug de herinnering én de ervaring wakker van wie we in werkelijkheid zijn door ons op een progressieve, respectvolle manier te verlossen van het ego.
Yoga zet eigenlijk ons hoofd terug op de juiste plaats zodat het ons dient in plaats van dat wij er slaaf van zijn. En dat doet yoga met alles wat uit balans is in ons, het brengt terug orde in de chaos! Yoga verbindt, verenigt, verzamelt al wat is opgesplitst of afgesplitst in ons en zo vernietigt het elke vorm van “separatie” met onszelf. Stilaan maar zeker verandert dan onze houding, niet alleen de lichaamshoudingen bij het beoefenen, maar ook en vooral onze houding en onze verhouding met onszelf, met onze omgeving, met het leven in het algemeen.